Kunstonderwijs in Nederland
-
Knolle en Offerhaus beschrijven de 18de-eeuwse geschiedenis van de Amsterdamse Stadstekenacademie. Zowel de theorie (de redevoeringen) als de praktijk van het modeltekenen (de prijstekeningen) komen aan bod. Bij de beoordeling van de tekeningen waren proportie, anatomie en omtrek voor de jury belangrijke maatstaven. Oefenen en nog eens oefenen was het devies: eerst tekenen naar prenten en tekenboeken, dan naar pleisterbeelden en dan het hoogst denkbare doel: het tekenen naar levend model. Deze manier van onderwijs is op de Koninklijke Academie en de Rijksakademie tot ong. 1980 in zwang gebleven. De zg. prijstekeningen bevinden zich nu in het Rijksprentenkabinet in Amsterdam.Adi Martis behandelt in zijn bijdrage het kunstnijverheidsonderwijs in Nederland en de geschiedenis van de Quellinusschool te Amsterdam (1879-1924).Maureen Trappeniers schrijft haar bijdrage over Mathieu Lauweriks als leraar in het kunstnijverheidsonderwijs.Iris Fey schrijft over de invloed van de reformpedagogie op het tekenonderwijs in Nederland rond 1900.De Nieuwe Kunstschool (1933-1943) komt aan de orde in een rijk geïllustreed artikel van Joke Hofkamp en Evert van Uitert.
TitelKunstonderwijs in Nederland
Auteur
Plaats van uitgaveHaarlem
UitgeverFibula-Van Dishoeck
Jaar van uitgave1980
Pagina'sVIII, 300 p.
Illustratiesafbn.
Formaat27 cm
Materiaalboek
ReeksNederlands Kunsthistorisch Jaarboek; 30
ISBN90-228-44-33-1
AnnotatieSummary in eng.
Geografisch trefwoordNederland
Persoonstrefwoord J.L.M. Lauweriks, Nieuwe Kunstschool, Quellinusschool, Stadstekenacademie
Exemplaarnummer | Plaatscode | Uitleenstatus | |
---|---|---|---|
B-378/1980 | ,7.071,KU:N"1980 | Beschikbaar |
Exemplaarnummer | B-378/1980 |
Plaatscode | |
Uitleenstatus | Beschikbaar |